Muraho beste vrienden,

Week vier van ons avontuur in Rwanda stond in het teken van waterpasteurisatie. Hierbij wordt koffiepulp in water ondergedompeld en opgewarmd. Op deze manier heb je minder hout nodig omdat je geen water moet laten verdampen tot stoom. Daarna kan je de sporen van de oesterzwammen homogeen doorheen de pulp mengen wat in principe voor een snellere groei moet zorgen. Klinkt goed, niet? Dat dachten wij ook!

In theorie bleek het jammer genoeg iets minder goed te werken… Omdat je de pulp pas ná de pasteurisatie in zakken steekt ben je eigenlijk verplicht om heel de tijd uiterst steriel te blijven werken. In onze incubatiekamer die echter ook een geliefde ontmoetingsplek voor gekko’s en andere beesten is bleek dit vrij onmogelijk te zijn ☹

Op woensdag brachten Maarten en Arthur een bezoekje aan het tweede productiecentrum in Byangabo waar ze oesterzwammen kweken op bamboo, intussen keek Vincent series in zijn bed. Wat ons hier als eerste opviel waren de koude temperaturen! Je zit hier wat verder weg van het Kivumeer en het wordt niet warmer dan een schamele 15°C. Gelukkig is dit wel voordelig van de groei van de zwammen.

Donderdag stond dan een tweede uitstap op het programma, dit keer naar het productiecentrum van Kigali Farms, een Rwandees bedrijf met zeer veel ervaring in het kweken van oesterzwammen. Hier hoopten we samen met Theogène wat inspiratie op te doen en interessante contacten te leggen. Zelfs Vincent vond het de moeite om hiervoor uit zijn nest te komen. Aangezien de stad waar we waren uitgenodigd aan de andere kant van het land lag moest er vroeg worden opgestaan, de wekker stond om 4u ’s morgens. Na een busrit van een uur of zes kwamen we aan in Byumba, waar we door Ella en Delphine, twee enthousiaste werknemers van Kigali Farms werden ontvangen. We kregen een uitgebreide rondleiding doorheen het centrum en waren zeer onder de indruk van de discipline die er heerste en vooral van de werkpassie van Delphine. Na een leerrijke namiddag keerden we terug naar Gisenyi. Onderweg werden we wel nog even aan de kant gezet omdat ene Kagame met z’n konvooi passeerde.

In het weekend dachten we wat van de omgeving te verkennen en contacteerden we Jan, een sympathieke Nederlandse Rwandees die met ons mee naar Oeganda ging. Eens over de grens gingen we op zoek naar de benodigde documenten om een van de meest zeldzame dieren op aarde te mogen zien: de bergGORILLA. Het nationaal park dat op de grens tussen Rwanda, Congo en Oeganda ligt is de enige plek ter wereld waar deze machtige dieren leven. Op zaterdag gingen we in de namiddag kajakken op een meer in de buurt en ’s avonds verbleven we bij Joseph, een ondernemer zoals we er nog niet veel hebben gezien.

Zondag was het dan zo ver. Om 5u ’s ochtends gingen we op pad en zagen we de zon opkomen vanachter de majestueuze vulkanen van het Virungamassief. Na een hobbelige rit over spectaculaire Oegandese wegen begonnen we samen met een gids en een gewapende ranger aan de speurtocht in het ondoordringbare woud van Bwindi. Moerassen, tropische netels en muggenzwermen zorgden ervoor dat dit zeker geen zondagswandeling ? werd, maar de beloning was het allemaal meer dan waard.  Na twee uur lang ons een weg door het dichte woud te hebben gevochten werd het opeens muisstil. We volgden het ritselen van het struikgewas en niet veel later stonden we oog in oog met een enorme zilverrug, een ervaring die niemand van ons snel zal vergeten. We volgden het doen en laten van de familie, die buiten het imposante alfamannetje nog uit een aantal vrouwtjes en speelse jongen bestond waarna het jammer genoeg tijd was om afscheid te nemen. Volg onze avonturen in de video!

Groetjes aan het thuisfront

 

Humasol