We hopen dat alles daar goed gaat in Belgenland. Op de vraag of bij ons alles goed gaat, kunnen we nu gelukkig ‘ja’ antwoorden, maar een paar dagen geleden was dat toch wel anders… Voor de miserie begon, waren we op tripje naar Queen Elizabeth National Park. Voor drie van ons betekende dat onze eerste safari. Gilles, ervaringsdeskundige op dat vlak, kon er gelukkig even goed van genieten. Ergens geraken in Oeganda is eigenlijk een hele onderneming op zichzelf en je hebt maar beter een sterke maag; de wegen zijn namelijk niet zo maag-vriendelijk. Gelukkig was er Herbert, onze uiterst sympathieke gids, die ons kon boeien met alles wat we maar wilden weten over Oeganda. Eens dat transport achter de rug was, konden we genieten van het park in al zijn schoonheid. Dat deden we met twee safaritours en een boottocht. We voelden ons letterlijk en figuurlijk even heel klein toen we in een troep olifanten terecht kwamen. Op de boottocht zagen we daarna buffels, nijlpaarden en krokodillen. Een leeuwin met haar twee welpen zien, was voor ons dan de kers op de taart. Kortom, een geslaagde trip. Hieronder enkele foto’s om jullie jaloers te maken. Graag gedaan.
Op de terugweg was ons geluk helaas op. Lien werd als eerste ziek. Gelukkig is er in Oeganda geen gebrek aan plastiek zakjes en kon ze die nuttig gebruiken in de auto. Aan recyclage hebben we deze keer niet gedaan. Die nacht sliepen we nog een laatste keer in een hotel voor we terug naar huis vertrokken. Gilles was daar als volgende aan de beurt en even later sneuvelden ook Sara en Sarah. Wat waren wij blij dat we een WC hadden om door te spoelen; dat was in ons huisje in Kanganda geen pretje geweest. Gelukkig waren we snel terug de oude en konden we opnieuw in actie schieten.
Eens geïnstalleerd in ons huisje, gingen we een kijkje nemen op de composteerplot. Daar stond ons een onaangename verrassing te wachten: het werk dat we de werknemers gevraagd hadden te doen, was niet gebeurd. Bovendien waren twee van de drie werknemers niet meer komen opdagen en moesten we op zoek gaan naar nieuwe werknemers. Maar het verhaal is nog niet gedaan. Om het effect van compost aan te tonen, hebben we een experimentje opgestart met bonenplantjes die we om de twee dagen water geven. Vlak voor onze trip was de watertank nog voor 80% gevuld. Toen we terugkwamen was hij leeg. Wat was er nu in godsnaam gebeurd? Ten eerste had de buurman besloten bakstenen te bakken en hiervoor water uit onze tank te gebruiken. Ten tweede was er blijkbaar een extra kraantje, waar wij geen weet van hadden, dat wel vaker door de buren werd gebruikt. Dit tweede kraantje was afgebroken waardoor er een serieus lek ontstaan was. Onze bonenplantjes hadden weliswaar dringend water nodig, dus moesten we noodgedwongen de tank van 10 000 L laten bijvullen. Bye bye budget!
Eens dat allemaal achter de rug was, konden we verder met ons werk. We hadden die week veel meetings gepland met potentiële klanten voor de compost en andere stakeholders. Zo bezochten we een bedrijf, twee boerderijen, de National Ugandan Farmers Federation, Just Earth Uganda en NARO (National Agricultural Research Organisation). Het was een boeiende ervaring om deze verschillende mensen te ontmoeten en van heel wat meetings kwamen we met een positief gevoel terug. Nu komt het er op aan Chrispin te betrekken in dit contact zodat hij kan verdergaan met de fundering die wij nu leggen.
Die week werkten we ook verder aan onze economische analyse. Deze is belangrijk om een break-even prijs te bepalen voor de compost, maar ook om Chrispin meer inzicht te geven in zijn bedrijf. Voor die analyse hebben we een aantal parameters berekend, zoals de brandstofkost om een truck met afval naar de composteerplot te laten rijden. Klinkt simpel? Hier helaas niet, aangezien geen enkele teller in de truck nog werkt. Om de berekening toch te doen, tankten we de truck vol en reden tot de boerderij om het afval af te leveren, waarna we opnieuw voltankten in hetzelfde tankstation. Zo konden we aan de hand van de tweede tankbeurt via de teller van de pomp zien hoeveel we verbruikt hadden. Toen we met de trucks op weg waren, deelden we ook onze zelf ontworpen flyers uit aan de klanten. Hopelijk brengt dat iets op. Nu gaan we ons verder focussen op het afwerken van de economische analyse, het bouwen van een trommelzeef waarmee we efficiënter compost kunnen zeven en het uitdiepen van de contacten die we hebben gelegd, maar first things first: Gilles wordt 23 en dat moet gevierd worden. Tot de volgende!
Humasol