Pardon? Huh? J’ai pas compris? Wat zegt hij nu? Een greep uit (hetgeen moet doorgaan voor) onze eerste gesprekken op Beninese bodem. De taalbarrière wordt echter geheel overwonnen door de jovialiteit en spontane sympathie die de locals opbrengen. Na een helse reis van 16 uur, wilden we om 22u in Cotonou niets liever dan in bed ploffen en de wereld vergeten. Dat was echter buiten onze taxichauffeur, Boni gerekend, die per se om 23u plaatselijke tijd nog onze sim-kaarten wilde aanschaffen. Da’s mogelijk, dit is Benin.

Na een goed uur kregen we ons eerste voorsmaakje van de Beninese verkeersmentaliteit. Lees: bumperkleven, grootlampen flikkeren, claxonneren, overal tussen kruipen, en dit met of zonder botsen. Maar uiteindelijk zonder problemen onze safehouse bereikt, waar we rond 12u30 onder de wol kropen en als bakstenen in slaap vielen.

Next up: busrit richting Papané. Een 350 km lange tocht over afwisselend platte asfalt, hobbelige asfalt en bultige aardewegen die onze eigenste Vlaamsche kasseien nog een poepje kunnen laten ruiken. Na 6,5 uur bereikten we onze eindbestemming: St. Martin ziekenhuis te Papané.

Hier werden we naar onze residentie geleid, wat een groot woord is voor wat het is: een gezellig, pas geschilderd, doch buitengewoon smerig verblijf achterin het domein waar volgens ons in geen jaren iemand is geweest. Na een half uurtje installeren, kwam onze kameraad en maintenancier Bruno ons ophalen voor de officiële welkom door gyneacoloog/directeur Emile Kouthon, een joviale man met een aanstekelijke lach die we pakken beter verstonden dan onzen Bruno, die al eens durft te mompelen en lettergrepen in te slikken, en ons dan uitlacht omdat we hem niet begrijpen!

Slaapkamer

Vervolgens nam Bruno ons mee naar een ‘Frans’ restaurant in Tchaourou wat eigenlijk inhield dat het Beninees eten door een Franse gastvrouw werd klaargemaakt. In al onze hoogmoedigheid besloten we om een lokale specialiteit uit te proberen: akassai (of zoiets). Dit zou normaal naar mais smaken; het bleek echter meer een smakeloze flan pudding te zijn. Bruno bestelde ons ook een lokaal biertje, iets waar hij heel trots op is.

Akassai

Nog tijdens het eten en de rest van de avond kregen we onze eerste tropische regenbui te verwerken. Hier kunnen we maar beter aan wennen, want het zal zeker niet de laatste zijn.

Het eerste puntje op de todo-list de volgende morgen (woensdag 5 juli) was het kuisen van ons stulpje. Na dit titanenkuiswerk was onze residentie al beter leefbaar, en beschikken we weer over een wc waar we wel op durven gaan zitten…

Aangezien Bruno heel woensdag weg moest om een toestel af te zetten in Cotonou, werd het zoeken naar vervangers als gids. Gelukkig verblijven hier op dit moment ook nog twee studenten geneeskunde van de KU Leuven: Tom & Lien. Dit is nu hun achtste week in Benin en zij namen ons op sleeptouw om de omgeving te verkennen. Samen met hen zijn we inkopen gaan doen in  Tchaourou, waar we heel wat bekijks hadden, wat vermoedelijk te maken heeft met onze blanke kleur. Nu hebben we tenminste chocopoeder en melkpoeder zodat we iets kunnen maken wat toch op chocomelk lijkt.

Overigens hebben we ook al kennisgemaakt met de stroompannes in Benin. Van tijd tot tijd valt de stroom hier uit. Dit kan soms een half uur duren en soms enkele minuten. Hopelijk kunnen wij hier een mouw aanpassen tijdens ons verblijf.

Al bij al kunnen we stellen dat we Benin hier zullen beleven in al haar authenticiteit, en dat we hier een zeer mooie tijd tegemoet gaan!

Bon soir!

Humasol