We naderen de helft van ons verblijf in Oeganda en ook Louise kijkt aan tegen haar laatste week Oeganda: tijd om er eens verantwoord op uit te trekken richting Rwanda! In de hoofdstad Kigali is het afvalophaalbedrijf COPED operatief dat we zullen bezoeken. Zij halen afval gesorteerd op en composteren het groen afval volgens de principes die wij ook hanteren. Verder proberen ze andere afvalstromen te scheiden om zoveel mogelijk te recycleren, zoals plastiek en metaal. We zijn er van overtuigd dat we heel wat van hun kunnen opsteken. In hun beginjaren zijn ze begonnen in Oeganda, maar het uitdagende politieke klimaat omtrent afvalbeleid hier heeft hen naar Rwanda gedreven, waar de overheid afvalbeleid wèl hoog in het vaandel neemt.

Rwanda

Vroeg uit de veren (zo rond de tijd dat de Belgische bakker zijn eerste deeg begint te kneden) om de bus richting Rwanda te nemen. Onderweg naar het busstation zag Gil vanuit zijn linker ooghoek een boda boda chauffeur flink inrijden op de zijkant van een vrachtwagen, waarna hij na drie seconden weer verder reed alsof er niets gaande was. Aangekomen staat netjes, al liet de bus nog een aantal uren op zich wachten omwille van de gekende ‘traffic jam’. Onderweg naar Mbarara zagen we het landschap snel veranderen. Tussen de middelhoge bergen lagen uitgestrekte Papyrusvelden, waarvan de eindes vervaagden in de wolken. In Mbarara hielden we halt in het Hannah motel, waar we twee keer zouden slapen zodat we het National Park van Lake Mburo konden bezoeken. Een menukaart was er niet in hun restaurant. “What do you have in the kitchen?” vroegen we hongerig, waarop de vriendelijke serveerster overtuigd antwoordde: “Food!”

Het bezoek aan Lake Mburo was impressionant. De rit erheen alleen al zullen we allen waarschijnlijk nooit vergeten. We zagen heel wat zebra’s, verschillende rassen apen, zwijnen (pumba’s!), impala’s en nog vele beesten waarvan we de naam zijn vergeten. Samen met een gewapende gids maakten we een wandeling doorheen het park. Louise vond een hoorn van een impala, een prachtig stuk, maar mocht het helaas niet meenemen naar huis. Na een aantal uurtjes beesten spotten en wandelen op hun paden, wandelden we naar het meer zelf. Daar was een plaats waar we iets konden eten en eventueel mee op een boot springen. De plaatsen voor de boottocht waren volzet, maar gelukzakken dat we waren konden Isabel en Gil mee op de boottochtjes van een groep mensen. We zagen hippo’s, waterbuffels en zot schone vogels tussen de papyrusplanten. Gil zag een kleine krokodil. We aten aan het meer en daarna genoten we nog van het mooie uitzicht. Gil en Louise chillden nog even op de punt van een bootje dat aan de kant van het water lag, terwijl de nijlpaarden op tien meter afstand voorbij zwommen.

De dag erna met de bus van Mbarara naar Kigali. Alle drie hadden we een boek mee om de uren te laten passeren, maar geen letter hebben we gelezen. Het uitzicht was gewoonweg te mooi om ook maar iets missen. Aan de douane (wat een hele bedoening was) ontmoetten we een Fransman die reeds 20 jaar aan het reizen was. De Christian. Had voor de moment een brommer gekocht (dewelke de boda boda rijders hier gebruiken) voor een kleine 1000 euro, om er enkele maanden mee te reizen en op het einde door te verkopen. We waren nog maar de grens overgestoken en de verschillen met Oeganda werden al snel duidelijk. Hier rijdt men rechts, de wegen zijn in betere staat, huizen hebben een huisnummer, de boda boda’s mogen maximum één passagier vervoeren en zijn allen uitgerust met twee helmen. Het was donker wanneer we toekwamen in Kigali. We stapten te voet naar een guest house die ons was aangeraden door een vriendin van Louise. De man die de guest house openhield, vergezelde ons naar een restaurantje in de buurt. We deelden het eten. Het was een aangename, relaxte avond.

Na onze nacht in Kigali vertrekken we naar het Westen van Rwanda, richting het Lake Kivu aan de grens met Congo. Alweer een prachtige busrit. Na het vinden van een slaapplaats, Romance Hotel, zochten we het meer op. Nog voor we goed en wel in het meer waren kregen we de mogelijkheid om met een peddelbootje het meer te verkennen. Die kans lieten we niet links liggen. We werden vergezeld door een peddelaar én een konijn. We maakten enkele stops op een aantal eilandjes. Idyllisch. Twee dromen van Gil kwamen uit: zijn hoofd door een bladerdek uitsteken en vanuit die boom in het water duiken. Isabel en Louise deden hem – zonder veel twijfelen – na. Het water was heel proper. Al blijken er niet veel dieren in te leven doordat er veel methaangas aanwezig is. De zon ging al onder wanneer we terug naar het vaste land peddelde. De vissersboten vertrokken met peddel en pillamp op hun tocht. We aten iets goed en dronken ons een stevige slaapmuts.

Vanuit Romance Hotel namen we de boda boda naar een plek dichter bij het water. We zouden een stuk van de Congo Nile Trail wandelen, langs Lake Kivu. De echte route hebben we niet gevonden, maar desondanks maakten we een wondermooie wandeling langs het meer. We werden vaak vergezeld door wat kinderen of andere mensen die we passeerden. We staken enkele heuvels over om de vele kronkels van de weg in te korten. Hier en daar stonden wat gegroepeerde huisjes. We maakten een stop op een koffiedrogerij, waar we een rondleiding kregen van de mensen die er werkten. Nadat we onze magen vulden met het proteïnerijke eten uit een klein lokaal restaurantje konden we rekenen op een lift van een pick-up.

Op de plaats waar de pick-up ons afzette, namen we de bus naar het uiterste puntje in het Zuid-Westen van Rwanda, Kamembe, waar Salomé woont. Salomé is de moeder van Margot, een vriendin van Isabel. Ze woont er tijdelijk in een huis dat ze deelt met enkele Indiërs, met een prachtig zicht op Congo en het Kivu meer. Ze onthaalde ons ongelofelijk hartelijk. Ons verblijf bij Salomé was erg aangenaam en rustgevend. De eerste avond hadden we een gezellig gesprek met een pintje erbij. De dag erna was het 17 april, a.k.a. de dag waarop Isabel een jaartje ouder wordt. We zijn rustig opgestaan, hebben ontbeten als koningen/koninginnen en zijn daarna naar de markt gegaan. De markt ging door in een hoog gebouw waar mensen hun standje hadden. Je vond er vanalles: groenten, vlees, sjaals, schoenen, stoffen, etc.. Louise liet er een kleedje maken. Na de markt trokken we naar de kant van het water om er te pick-nicken. We zwommen terwijl het donderde. Machtig! We sloten de avond af met een heerlijke maaltijd en een spel.

De volgende ochtend was het helaas al tijd om te vertrekken. We namen een bus die de eerste twee uren reed door een vochtig oerwoud. Om nooit te vergeten. De bomen en planten leken op die van de Tarzan film. In Kigali kwamen we ’s avonds aan in een klooster waar een vriendin van Louise logeert tijdens haar stage. We zouden er twee nachten overnachten. De nonnen leken met hun grote, welverzorgde tuin wel volledig zelfvoorzienend.

De dag na onze aankomst hadden we een afspraak bij het afvalophaalbedrijf COPED dat het organisch afval gesorteerd ophaalt. Ze maken er compost op ongeveer de zelfde manier als wij willen composteren. Zij gebruiken een grotere fractie groen afval dan ons (65 procent in plaats van 45 procent) en gebruiken geen accelerators, zoals oude compost. Het was interessant om te zien hoe ze hun klanten benaderen en hoe ze het op grote schaal aanpakken (20.000 klanten). We hebben er veel opgestoken! Verder op de dag bezochten we een grote overdekt marktplaats.

De dag erna kregen we van de vriendin van Louise een rondleiding in het ziekenhuis waar ze stage volgde. Daarna zijn we naar het museum gegaan van de Memorial of the Genocide. Hier zijn vreselijke dingen gebeurd, en dat twintig jaar geleden. In totaal werden een miljoen Rwandezen verwoord omwille van spanningen tussen de Hutu’s en de Tutsi’s. Rond vijf uur in de namiddag namen we de bus huiswaarts, rond hetzelfde uur in de nacht kwamen we aan op de boerderij in Kabembe.

Zaterdag was het einde van Louise haar verblijf aangebroken. We trokken samen naar de luchthaven om haar uit te wuiven. Doei! Het waren drie toffe, aangename weken. Ze gaf ons veel interessante input voor het project en verder hebben we ons ook goed geamuseerd!

Humasol

Dankzij de input van Louise startten we met het schrijven van een nieuwsbrief. Op die manier proberen we ons lokale netwerk hier op de hoogte te houden van het project. Deze nieuwsbrief trachtten we maandelijks te verspreiden. Er kwam al heel wat positieve reacties op.

Vorige week bouwden we onze eerste echte composthoop. Een pick-up bracht ons de groene zakken van de klanten die meedoen aan het pilootproject, samen met acht zakken groen afval van op enkele marktjes. Naar schatting goed voor zo’n 600 à 700 kg groen (en bruin) afval. Vooraleer de composthoop te bouwen, moest het groen afval eerst nog eens gesorteerd worden. Samen met onze hulp Robert vonden we er nog veel plastiek in. Opvallen was dat een aantal klanten ook pampers in hun groene zak hadden gesmeten. Naar schatting hadden we een finale verhouding van 60 procent groen afval en 40 procent bruin afval.

De temperatuur van de composthoop steeg snel. Na enkele dagen had het al temperaturen bereikt rond de 55 tot 60°C. Na drie dagen hebben we hem gekeerd en hebben we een achttal liter water toegevoegd. Morgen (dinsdag) komt de tweede lading afval binnen!

Verder hadden we vorige week nog een aantal afspraken. We gingen twee keer naar Kampala en één keer naar Mukono (niet zo ver van de boerderij). We hebben behoorlijk wat moeite gedaan om toestemming te krijgen om de dumpsite in Kiteezi te bezoeken, maar helaas. Het zou er te gevaarlijk zijn. Naar ons zeggen een vreemde politiek. Ze zouden begonnen zijn aan het ‘opbergen’ van de dumpsite – een dikke laag grond verspreiden over de gehele dumpsite, zodat ze in 2019 zouden kunnen verhuizen naar een andere dumpsite. We hebben al van verschillende mensen horen zeggen dat de dumpsite, waar dagelijks gemiddeld 1400 ton afval binnen komt, niet zo kosjer is. Om daar zelf een beeld over te vormen, gaan we samen met Chrispin van buitenaf eens kijken hoe het er aan toe gaat.

Tot slot: vrijdag kreeg Gil malaria. Geen lachertje, maar zondag was hij er al zo goed als volledig terug bovenop!

Humasol