Buenos días!

Na 2 weken reizen ben ik aangekomen in Jaén, Noord-Peru.
In deze eerste blog zal ik het vooral hebben over deze fantastische reis door zuid Peru, van Lima naar Cuzco, Cuzco naar Puno en Puno naar Arequipa.

De eerste stad viel helaas tegen. Na wat rondhoren bleek dat ik niet de enige was die zicht niet op zijn gemak voelde in de hoofdstad. Er wonen 10 miljoen mensen en er valt niet echt veel te beleven voor toeristen behalve feesten. Na 3 uur bezoeken had ik het gehad en dus besloot ik om de rest van mijn tijd (bus vertrok de volgende dag om 14u) te surfen. De surf was geweldig, zeker de eerste middag. Ik leerde enkele locals kennen en ze hebben mij een shortboard gehuurd voor enkele soles.(4 soles  = 1 €)

Maar het strand is niet aan te zien. Als je in de line-up ligt, en je kijkt naar het strand, zie je afval, stenen en op 20 meter een soort autostrade die er dwars over loopt, met nadien een aarde klif van zo’n 50m en dan de stad.  De volgende dag nog even gelongboard op de kleinere golven om dan de bus te nemen richting Cuzco, 23u rijden.

Deze stad vond ik geweldig, ik zou er uren kunnen rondlopen in de straten en met Quechua kunnen praten (dit zijn de ‘Incas’, maar enkel de leider noemde Inca, het gewone volk waren Quechuas). Quechua is ook de naam van hun taal en de meeste mensen in Cuzco praten Quechua onder elkaar. Zelf versta ik er niets van, maar gelukkig is mijn Spaans op enkele dagen al vlotter geworden, waardoor ik met iedereen kan praten. Helemaal juist is het nog niet, maar ik kan zeggen wat ik wil en de mensen verstaan. Soms moet ik zelfs tolk spelen voor andere toeristen.

Carnaval in Cuzzo

Op mijn eerste dag in Cuzco was het carnaval! Hier in Peru betekent dit een groot volksfeest, met een gigantisch watergevecht. Ze smijten alles op elkaar: zeep, water, schuim maar blijkbaar ook soms olie en andere vloeistoffen. Heel de stad komt samen en iedereen danst en feest! Ik heb zelf natuurlijk meegedaan, met een Amerikaan en een Duitser tegen 20 Peruviaanse kinderen. Ik denk dat jullie wel kunnen raden wie gewonnen heeft. Helaas ben ik toen ook in mijn oog geraakt met zeep. Dit heeft ervoor gezorgd dat ik 3 dagen lang heb geweend, non-stop. Je kan dit zien op mijn foto’s, ik krijg mijn ogen niet helemaal open en verdraag geen licht.

 

 

Na 1 dag Cuzco en carnaval ben ik dan vertrokken naar Machu Pichu, 7 uur op de bus langs steile rotswanden, best wel eng voor iemand met hoogtevrees, maar de moeite waard. Nadien volgde een trekking van enkele uren langs een spoorlijn. Ik zat in een groep met een 30-tal Chilenen, wat goed was om mijn Spaans te oefenen. Iemand had een gitaar bij en we hebben genoten van de tocht, langs een spoorlijn is dit natuurlijk niet moeilijk. ’S Avonds hebben we samen gegeten en dan vroeg ons bed in, om de volgende ochtend om 4u op te staan om Machu Pichu te zien. Van Aguas Calientes is het nog eens 1200m omhoog tot Machu Pichu. Na 1.30 uur afzien op de steile trappen, heb ik het dan eindelijk gezien, ongelooflijk!! De foto’s zullen meer zeggen dan woorden, deze plaats is echt magisch! Na enkele uren bezoek met een gids zijn we dan terug afgedaald, om heel het traject in omgekeerde richting te doen.

Na een laatste dag genieten van Cuzco ben ik met een Berlijnse vriend verder getrokken richting Puno, aan het Titicaca meer. Dit is geen speciale stad, maar wel het vertrekpunt  van een tweedaagse trip op het meer. We zijn gestopt bij de drijvende rieteilanden van Uros, en hebben overnacht op het eiland Amantani, waar ik met de lokale bevolking carnaval heb gevierd. Ze leven ginder nog ‘afgescheiden’ van de wereld, en het meeste wat ze hebben is ook zelf gemaakt. Dit is natuurlijk een toeristenval en ik weet niet of het allemaal zo authentiek is als ze ons willen laten geloven. Maar het was alleszins een hele ervaring. Het eiland is heilig en er zijn twee bergen, die moeder – en vader aarde voorstellen, Pachamama en Pachatata. We leefden er samen met de bevolking en ik heb de traditionele maaltijd helpen koken. De volgende dag ging het richting het eiland Taquile, wat ongeveer hetzelfde is.

Arequipa, een koloniale stad

Als laatste stop ben ik naar Arequipa getrokken, een koloniale stad waarvan het centrum precies een Spaanse stad is.  Ginder ben ik ook 2 dagen gaan rondtrekken in de bergen, tussen actieve vulkanen, in de 3de diepste canyon ter wereld, de Colca Canyon. Het grootste hoogteverschil is meer dan 3000m. Zelf hebben we het rustiger aan gedaan, maar 1200m dalen om de volgende ochtend vroeg weer te stijgen, voor de brandende zon, is toch een goede prestatie. Ik ben op 1 uur en 40 minuten boven geraakt, wat toch een goede prestatie is, zeker met mijn knieproblemen. Overnachten deden we in een oase in de canyon, met onze groep en onze gids. In de canyon zijn we ook naar de Condors gaan kijken, vogels die tot 3m spanwijdte kunnen groeien! En als afsluiter zijn we alpaca’s, lama’s en vicuña’s gaan bekijken, allemaal beesten die hier overal rondlopen, zoals koeien in België, maar dan wel vrij.

Ik heb heel veel video’s en foto’s van mijn reis, maar het internet is hier niet zo goed. Ik voeg er dus enkelen toe, en zal jullie laten weten als mijn video online staat. Maar dit zal nog wel even duren.

 

 

Na deze twee weken ben ik van Arequipa naar Lima, en van Lima naar Chiclayo gevlogen. Van daar zijn er bussen naar Jaén, ongeveer 6u rijden. Momenteel ben ik in Jaén, de stad waar ik vier en een halve maand zal wonen. Hieronder kunnen jullie zien waar ik woon op de kaart. Er is zelfs Google StreetView!

 

Workplace Yapango, Jaén

Op deze plaats zal ik de komende maanden werken aan het project

Google streetview versie

Er is zelfs Google StreetView! Als jullie op deze link klikken kunnen jullie zien waar ik werk

 

Ik ben hier vrijdag ochtend aangekomen en heb dus eerst 3 dagen vrij genomen om mensen te leren kennen. Op mijn eerste dag heb ik de mensen leren kennen met wie ik zal samenwerken, de mensen van Caritas, Sol y Café en de Yapango’s. Later op de dag is er een presidentskandidate naar Jaén gekomen voor haar campagne. De verkiezingen vallen hier op 10 april, en voor zover ik het begrepen heb zijn al de kandidaten corrupt. Er zit iemand bij die niet deftig kan lezen en schrijven, maar wel rector is van twee universiteiten, een andere heeft een zoöfiele broer, nog een andere heeft heel zijn leven in Amerika gewoond en komt nu even naar hier om president te zijn,… Veronica Mendez was hier dus vrijdag en ik heb haar toespraken gevolgd. Ze heeft hier vrij veel aanhangers omdat ze de boeren wilt helpen, en de indigenas. Andere kandidaten richten zich meer op Lima, waar 1/3 van Peru leeft. Volgens Robin, een vriend die bij mij woont, is zij niet corrupt. Ik weet niet of dit klopt maar na haar toespraak leek ze mij wel te vertrouwen. Helaas is het duidelijk dat zij niet zal winnen. De meest corrupte maken hier nog altijd het meeste kans.

Zaterdag en zondag heb ik dan de stad bezocht met Robin en Ana Maria, en heb ik nog andere mensen ontmoet. Het lijkt mij een toffe stad, hoewel iedereen mij constant waarschuwt dat ik moet oppassen om niet overvallen te worden. Ik heb hier nog niets van gemerkt en voel mij hier wel veilig.

Mensen op straat noemen mij gringo, en iedereen wilt weten waar ik vandaan kom en wat ik hier kom doen. Ik vind dit natuurlijk geweldig en praat met zoveel mensen als ik kan, om meer van hun cultuur te begrijpen en natuurlijk om mijn Spaans te verbeteren.

Maandag 22/02 begint mijn werkweek dan, hierover zal ik meer schrijven in mijn volgende blog.

Humasol